Skip to main content

Na een avond gesnack zonder trek en oliebollen om het jaar af te ronden, was het hoog tijd voor een wandelingetje. De mist begon het al te verliezen van de zon en met nieuwe energie betrad ik het nieuwe jaar. Zo’n vijftig meter voor me ploegde een vrouw met twee tassen voort. Ze had de pas er goed in zitten, maar doordat ze af en toe de grootste tas even op de grond moest zetten, kwam ik steeds dichterbij. Mijn supervrouw-cape kriebelde al in mijn nek: deze vrouw moest geholpen worden!
Toen ik naast haar liep keek ze kort opzij. “Gaat het een beetje met die zware tas?”, vroeg ik. “Ja, ze is niet zwaar, maar ze is kapot gegaan. Ik had gedacht dat mijn bus wel zou rijden, maar ze kwam niet, dus toen ben ik maar gaan lopen.” In een monoloog die door haar Belgische tongval zacht klonk, vertelde ze over hoe het leven hard voor haar was geweest. Hoe ze veertig jaar in een fabriek had gewerkt, haar man tien jaar in de mijnen. Hoe hij drie maanden geleden was overleden, “hij was nog maar een jaar op pensioen.” Hoe ze de jaarwisseling nog niet alleen had aangedurfd. Gelukkig had ze een zoon in onze woonplaats.

Ik luisterde. Vergat door haar relaas helemaal om aan te bieden haar tas te helpen dragen. “Dan zijn de feestdagen ook niet echt een feest natuurlijk”, zei ik. “Och nee!”, roep ze, vervuld van weerzin. “Nee, da’s niet gemakkelijk, hoor. De mensen zeggen wel: kom eens langs! Maar da’s niet gemakkelijk allemaal”, en ze schoot vol. Net op het punt waar ik rechtsaf wilde en zij linksaf moest.
We stonden even stil bij elkaar. Ze deed haar best haar tranen weg te poetsen, terwijl mijn traanklieren reageerden zoals ze altijd doen als ik verdriet bij een ander zie.
Ik legde mijn hand op haar schouder en wreef een paar keer op en neer. “Het heeft tijd nodig”, zei ik. Ze knikte. Alsof ze voelde dat ik verder ook niet goed wist wat nog te zeggen, pakte ze haar tas weer op. “Bedankt”, zei ze, “voor het in ieder geval een keer kwijt te kunnen.” Ik knikte en wenste haar veel sterkte. Ik sloeg rechtsaf en keek nog eens om. Zij niet. Zij moest verder.