Skip to main content

“Lach niet”, zei zijn vrouw op een dag, “ik heb Q-koorts.” Tot op haar laatste dag had Piet Smits (75) niet verwacht dat dat haar dood zou worden. Toch overleed zijn vrouw op 9 oktober 2010, na vijf maanden ziekenhuisopname, aan de gevolgen van Q-koorts. Bij de gelegenheid van de opening van de Q-koorts-poli van Atrium MC vertelt hij het verhaal van zijn vrouw.

“Mijn vrouw was nooit ziek en ze klaagde nooit. Dus toen ze zich begin 2010 zo moe voelde dat ze de straat niet meer op kon wandelen, wisten we dat er iets aan de hand was. Op aandringen van de huisarts werd ze onderzocht, maar er werd niet echt een oorzaak voor die vermoeidheid gevonden.
Ondertussen werd mijn vrouw steeds bleker en witter en voelde ze zich slechter. Mijn vrouw was mijn vrouw niet meer: normaal was ze altijd opgeruimd en babbelde ze met iedereen. Op een avond voelde ze zich zo slecht dat we naar de Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis zijn gegaan. Twee verpleegkundigen zagen haar binnenkomen en snelden meteen weg om een bed te halen. Binnen 24 uur sprong haar aorta: een aneurysma. Ze werd geopereerd en kreeg een nieuw stukje slagader. We dachten dat ze vanaf nu wel op zou knappen, maar dat gebeurde dus niet.”

Symptomen

“Toen ze al drie maanden verzwakt in het ziekenhuis lag, vroeg mijn eigen internist, dokter Buijs, of ze eens naar de bloedwaarden van mijn vrouw mocht kijken. Ze herkende de symptomen die ik beschreef en zo werd ontdekt dat mijn vrouw Q-koorts had. Ze is nooit in de buurt van geitenstallen geweest, maar ze zat altijd dolgraag op ons balkon en daar is die bacterie waarschijnlijk aan komen waaien.
Haar weerstand was stukje bij beetje afgebroken door die bacterie en er ontstonden complicaties. Uiteindelijk kreeg ze vocht rond haar longen. De dag voordat ze stierf nam ik nog afscheid met ‘Meid, ik zie je morgen’.  Die morgen werd ik al vroeg gebeld door het ziekenhuis dat het niet goed ging.”

Afscheid

“Om haar verder lijden te besparen, zetten we de apparatuur uit. Zo is ze heel vredig ingeslapen, gelukkig. Ze kneep nog even in mijn hand, ten afscheid misschien, of om te bedanken voor de 53 mooie jaren samen. Ik ben blij dat ze verder niet heeft hoeven lijden. En we hebben altijd tegen elkaar gezegd: ‘We gaan niet zitten somberen als de één eerder overlijdt.’ Dus dat doe ik ook niet; ik sluit me niet op. Haar urn staat op onze slaapkamer en daar praat ik af en toe tegen. Het is goed zo, al mis ik haar ontzettend.”

Piet Smits is niet zijn echte naam.